Eucharistieviering

De opbouw van de eucharistie

Globaal valt een eucharistieviering in twee grote delen uiteen:
– de dienst van het Woord (Schriftlezingen en verkondiging)
– de dienst van de Tafel (het Tafelgebed en het delen van brood en wijn)

Openingszang
Een lied waarin het thema van de dag vaak wordt aangeduid.

Groet:
De priester groet de gelovigen met de woorden “Genade en vrede zij met u”.
De gemeente antwoordt.

Schuldbelijdenis
Zo tegenover de Heilige staand, beseffen we onze eigen tekorten. Dit spreken we hardop uit.

Kyrië
We vragen, meestal zingend, God om ontferming: “Kyrie eleison” (“Heer, ontferm u”). Dit is het eerste deel van de vaste misgezangen. Op de orde van dienst staat uit welke mis we die zondag zingen.

De lofzang “Gloria”
Het Kyrie wordt direct gevolgd door het Gloria. Uit dezelfde misuitvoering. Het Gloria Is ontstaan uit de engelenzang “Gloria in excelsis Deo”, “Ere zij God in den hoge”, zoals beschreven in het evangelie naar Lucas. Verbonden met het Kyriëgebed draagt het de smeekbede verder.

Gebed van de dag
De priester zegt of zingt het gebed dat aangegeven staat in het kerkboek voor de bewuste zondag.

Eerste schriftlezing
Een van de gemeenteleden leest een bijbelgedeelte. De eerste lezing is genomen uit het Oude Testament.


Graduale of eerste antwoordpsalm
Een stukje gezongen schrift, genomen uit de psalmen 120 – 134, het zogenaamde ‘liedboek van de pelgrims’.

Tweede schriftlezing
In deze lezing (ook door een van de gemeenteleden) wordt een deel uit een apostelbrief gelezen.

Halleluja of tweede antwoordpsalm
Halleluja betekent “Looft de Heer”.

Evangelielezing
De derde lezing wordt altijd genomen uit een van de vier evangelieboeken, Matthëus, Marcus, Lucas of Johannes en wordt gedaan door de priester. Voor de lezing slaat hij/zij een kruis op hoofd, mond en hart. (Dat wij het horen, belijden en leven). De gemeente luistert staande naar de woorden van de goede boodschap.

Acclamatie
Acclamare komt uit het Latijn en betekent: toejuichen. In een korte zang benadrukt de gemeente het gelezene.
 

Prediking
De priester verkondigt, leert en overdenkt, uitgaande van de gelezen gedeeltes van de Heilige Schrift.

Geloofsbelijdenis
Het credo (geloofsbelijdenis, meestal de uitvoering van Nicea, soms de apostolische geloofsbelijdenis) wordt staande gezongen of gesproken. Bij de regel “En hij is mens geworden” buigen we het hoofd uit eerbied.

Voorbeden
De priester, de lector of één van de gemeenteleden spreekt de voorbeden uit. Men bidt voor de wereld, de kerk, personen en de persoonlijke intenties. De persoonlijke gebeden kunnen vooraf genoemd worden bij de priester of in stilte worden gebeden.
De gemeente neemt de onderdelen van de voorbeden telkens over met een korte zang (acclamatie): “Wij bidden U, verhoor ons” of een andere aangegeven tekst.

Vredegroet
Als teken van verbondenheid met elkaar groeten we de mensen om ons heen met een handdruk en wensen we elkaar de vrede van Christus. Geen slap handje of een gemompelde wens, maar een stevige en oprechte begroeting in de gemeenschap, die we met elkaar beleven.

Opdracht van de gaven
Terwijl een lied wordt gezongen en worden de geldelijke gaven verzameld door parochianen en naar het altaar gebracht. De priester zet het brood en de wijn klaar. In een gebed bidden we dat de gaven tot eer van de Heer mogen zijn en tot heil van Zijn kerk.

Eucharistisch gebed
Eucharistie is Grieks voor dankbaarheid, lofzegging. We zijn dankbaar voor de gaven van brood en wijn en loven de Here God voor Zijn heiligheid. Er staan verschillende uitvoeringen van het eucharistisch gebed in het kerkboek. In de orde van dienst staat aangegeven voor welk gebed is gekozen. In het gebed klinken de woorden die Jezus bij zijn laatste maal heeft gesproken.

Het Gebed van de Heer
Samen zingen we de woorden die Jezus zijn leerlingen leerde “Onze Vader…”, gevolgd door het misgezang ‘Agnus Dei’: ‘Lam Gods, dat wegneemt de schulden van de wereld, ontferm u over ons’
Op de uitnodiging “Zalig zij die genodigd zijn tot de bruiloft van het Lam” antwoordt de gemeente met de woorden uit het evangelie: “Heer, ik ben niet waardig dat gij tot mij komt, maar spreek slechts een woord en ik zal gezond worden”.

Breken van het brood
Bij het breken en delen van het brood heeft Jezus gewezen op zichzelf, op het offer van zijn leven.

Communie
Latijn voor Gemeenschap. De aanwezigheid van en de gemeenschap met de Heer krijgt gestalte in brood en wijn.

Wie nemen deel aan de communie? In het Kerkboek staat het zo beschreven:
‘Tot de heilige communie zijn allen genodigd die gedoopt zijn, in hun kerkgemeenschap deelnemen aan de tafel van de Heer en met ons zijn tegenwoordiging willen vieren.’

Gezang na de Communie
Na de communie wordt een gezang gezongen.

Gebed na de Communie
En vervolgens volgt een gebed als afsluiting.

Looft en Dankt
Pastoor en gemeente danken de Heer voor Zijn goede gaven. De gemeente antwoordt.

Zegen
In het Oude Testament (in het boek Numeri, hoofdstuk 6, vers 24) wordt aan de priesters de opdracht gegeven om aan het eind van de samenkomst Gods Naam op de gemeente te leggen. Onze viering wordt afgesloten met een door de priester uitgesproken zegen. Zo mogen we weer verder gaan, de nieuwe week in.

Slotzang
Na het zingen van het laatste lied verlaten we de kerk.